Zo moet het ooit geweest zijn
Christines verhaal begint in het magazine:
Het gebeurt niet iedere dag dat NOEST een kijkje mag nemen in een monumentale boerderij uit 1865 die van boven tot onder wordt gerestaureerd, maar dankzij Christine Slootstra (50) kan het. Christine is officieel ‘specialist restauratie timmeren’ bij bouwbedrijf Draisma. In de praktijk betekent het dat ze jarenlange ervaring en een ongekende passie heeft voor alles wat oud en van hout is - vooral ramen, deuren en kozijnen - en als geen ander weet wat ze moet doen om iets echt goed en vooral onzichtbaar te restaureren.
Momenteel heeft Christine de luiken van de voorgevel onder handen. “Ik vervang het hout onder het beslag, zodat ik het beslag straks weer stevig vast kan zetten terwijl je er niets van ziet. Het luik is van grenen, het nieuwe inzetstuk van Oregon pine, dat past er goed bij.” De kozijnen in de voorgevel van de boerderij doen wel iets denken aan kerkramen en behoren tot de pronkstukken van het project. Zij zijn al opgeknapt door Christine: “Ze waren er dramatisch aan toe. Eentje is er helemaal nieuw, bij de andere twee heb ik stukken vervangen. Zie je het?” Maar hoe goed we ook kijken, we zien het niet. Zo moet restaureren zijn.
Christines verhaal gaat verder!
Onzichtbaar eindresultaat
Boerderij Het Woldhuis 13 staat op landgoed Woudhuizen in Apeldoorn. Het is een zogenaamde ‘langgevelboerderij’: aan beide uiteinden zat een woongedeelte en in het midden werden dieren gehouden. Deze indeling maakt de boerderij uniek. Na de restauratie, die in het voorjaar van 2024 klaar is, moet de boerderij een ontmoetingsplek worden, bijvoorbeeld een restaurant of een vergaderlocatie. Maar zo ver is het nog niet. Het gebouw werd enige tijd antikraak bewoond en was constructief niet meer in orde. Het dak was doorgezakt en de houten balkenconstructie moest helemaal gecontroleerd en waar nodig vervangen worden. Christine: “De houten palen van de constructie hebben we allemaal gekeurd en een aantal is vervangen. De poeren (gemetselde steunen, red.) eronder hebben we allemaal opnieuw opgemetseld zonder eerst profielen te stellen, dan krijg je een wat minder strak resultaat.”
Een bak ervaring
Christine komt oorspronkelijk uit Friesland, waar ze al op haar zestiende het timmervak leerde bij een bouwbedrijf in Wolvega. “Ik had het voorrecht om daar vooral in oude boerderijtjes te werken.” Het leverde haar een bak ervaring op, maar geen officieel papiertje. Daarom besloot ze weer naar school te gaan en anderhalf jaar geleden slaagde ze officieel voor de restauratieopleiding van het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) in Velp. “Het was wel wennen om weer naar school te gaan, maar heel leuk. Ik ben erg trots dat ik het gedaan heb. En ik leerde er zeker nog veel bij. Je krijgt toch weer een andere kijk op dingen en er werd veel nadruk gelegd op het belang van conserveren. Dat doen bouwers niet altijd, maar: weg is weg!” Binnenkort gaat Christine trouwens weer naar school voor een opleiding tot leermeester op de werkvloer. Het helpen en begeleiden van jongere collega’s is iets wat ze in de praktijk al doet, maar waar ze straks ook de officiële papieren voor heeft.
Ellende voorkomen
De sleutel tot goed restaureren is volgens Christine vooral: achterhalen waarom iets stuk is. “Hoe kan ik voorkomen dat iets opnieuw stuk gaat of rot wordt? Het dweilt tenslotte een stuk beter als je weet dat de kraan gerepareerd wordt.” Het zorgt voor interessante gesprekken tussen Christine, haar collega’s en de opdrachtgever. “Vaak blijken in het werk toch dingen anders te zijn dan we dachten. Dan overleggen we en vinden elkaar altijd wel.” Soms wordt er bewust voor gekozen om iets niet te vervangen. Christine wijst naar een heel oud deurkozijn, dat duidelijk niet meer in topstaat is en waar verschillende lagen verf een kleurrijk geheel vormen. “Deze laten we bewust zo zitten. Hij heeft geen functie meer en heeft hier binnen niet te lijden onder het weer. Door het zo te laten, draagt het bij aan de uitstraling.”
Onzichtbaar werk
Bij onderdelen die wel worden gerestaureerd is het de kunst ze er niet te nieuw uit te laten zien, legt Christine uit. “Er is niets gelijk aan een oud kozijn. Er zitten meerdere lagen verf op en een schilder heeft in het verleden bijvoorbeeld ruw verf weggehaald, waardoor een kozijn iets hol is geworden. Als ik zoiets namaak, dan schuur ik er op het einde weer een lichte holling in om het op het origineel te laten lijken. Je maakt zo’n gebouw kapot als je alles nieuw maakt.” Al het restauratiewerk vindt direct op de bouw plaats, op de verplaatsbare ‘operatietafel’. “Als het goed is, ziet niemand uiteindelijk wat ik gedaan heb.” Met een lach: “Soms wel jammer.”
Favoriet gereedschap
Christines trouwe metgezel bij haar restauratiewerk is een kleine blokschaaf van twintig jaar oud. Daarnaast gebruikt ze haar iets grotere schaaf veel. Zowel het gereedschap voor haar werk als voor haar eigen werkplaats thuis haalt ze bij Baptist. “Als je iets specifieks zoekt en een ander heeft het niet, dan heeft Baptist het wel. Of ze zoeken net zo lang tot ze het hebben. Omgekeerd tip ik de medewerkers van Baptist ook wel eens over iets nieuws.”
Lees hier het hele verhaal van Cas van der Beek uit NOEST maart 2024
Lees hier het hele verhaal van Judith van Wijk uit NOEST maart 2024