Steek- en hakbeitels
Een steekbeitel. Voor veel beginnende houtbewerkers is het misschien wel het eerste gereedschap dat ze aanschaffen. Maar met welke beitel begint u? Welke soorten zijn er en wat past bij u en uw werkzaamheden? In dit artikel, samengesteld door onze collega Mascha van der Meer, leest u er alles over.
Het begin
Wie onze winkel binnenstapt voor een beitel, kan van onze medewerkers een boel vragen verwachten: is het voor uzelf of iemand anders? Wat gaat u ermee doen? Met welk hout werkt u? Gaat u een cursus doen? Het is dus goed om u dit vooraf af te vragen. Bijna iedereen begint met een steekbeitel, maar ook daar zijn veel soorten van. Daarom is het advies om altijd te beginnen met één of twee goede beitels. Met deze beitels kunt u thuis rustig aan de slag, uitproberen wat werkt en of ze passen bij u, uw hout en uw werkzaamheden. Koop niet meteen een hele (en goedkope) rits beitels die u later toch niet blijkt te gebruiken, maar laat uw collectie beitels groeien. Youtube kan een goede bron van informatie zijn, maar de praktijk (en het hout) is weerbarstiger dan de meeste video's laten zien. Begin daarom met bijvoorbeeld het zachtere vurenhout en niet meteen met olijfhout. Ook heel prettig is een beginnerscursus houtbewerking, waarin u onder andere beitels kunt uitproberen. Het actuele aanbod vindt u in onze agenda.
Het handvat
Een steekbeitel is voor de meeste houtbewerkers dus een goed begin. Maar er zijn veel soorten en maten. Dat begint al bij het handvat, dat bij ieder merk weer net iets anders is. Ook dan geldt: probeer en voel het zelf in de winkel of tijdens een cursus. Er zijn bijvoorbeeld beitels met een afgevlakte kant, zodat u weet wanneer u hem recht houdt. Ook rolt zo'n beitel niet van uw werkbank. Verder zijn de materialen van de heften verschillend: hout of kunststof. Kunststof gaat minder snel stuk en is daarom handig in de bouw, waar wel eens iets valt. De meeste beitels hebben een kling waarbij het metalen gedeelte doorsteekt in het hout. Of het hout loopt juist door in het metaal.
Het staal
Uiteindelijk draait het om het stalen gedeelte van de beitel. Ook daarin zijn veel verschillende vormen, maten en staalsoorten. ‘Staal’ is een verzamelnaam voor verschillende soorten legeringen. Voor beitels wordt er onder andere chroom toegevoegd. Hoe harder het staal, hoe scherper de beitel kan worden. Maar harder betekent ook brozer. Elke leverancier zoekt dus de ideale combinatie tussen broosheid en hardheid. Het is wederom afhankelijk van uw werkzaamheden en uw hout welke beitel het meest geschikt is voor u. Een speciale vermelding verdienen de Japanse beitels. De Japanners gebruiken harder staal aan de onderkant en zachter staal boven. Er zijn honderden Japanse smeden die allemaal weer hun eigen staalsoort gebruiken. Bovendien hebben hun beitels een holling aan de onderkant. Dit zorgt voor minder wrijving. Na een aantal keer slijpen wordt het wel lastiger om de holling er goed in te houden. Het zijn geen beitels voor beginners, maar wel erg leuk om uit te proberen.
De vorm
Dan is er de vorm van het blad, die per type beitel verschilt. Er zijn beitels met rechte randen en beitels met de randen naar binnen. Dit laatste is handig bij het uitsteken van zwaluwstaarten. Er zijn ook speciale zwaluwstaartbeitels. Het merk Narex heeft een lage rand, waardoor de hoeken van een zwaluwstaart niet in de weg zitten. Kirschen bijvoorbeeld heeft een hogere rand, en ze hebben ook linkse en rechtse diagonaalbeitels (ook wel schuine beitels genoemd) voor zwaluwstaarten. Dan zijn er de hakbeitels. Deze zijn dikker en steviger, geschikt voor het grovere werk. Schietbeitels zijn nog dikker. Deze zijn door hun vrijwel vierkante vorm erg stabiel en daardoor uitermate geschikt voor het weghalen van hout voor bijvoorbeeld een pen-en-gat-verbinding. Andere soorten beitels zijn de hoekbeitel, handig voor het uittikken van hout voor een scharnier (met rechte hoeken, voor ronde hoeken wordt een steekguts gebruikt). Wie lang wil doorwerken zonder last van zijn handen te krijgen, kan een gebogen beitel proberen. Verderop in dit artikel vindt u een overzicht van soorten beitels en hun eigenschappen.
Wetten moet!
Een goede beitel verdient het om goed behandeld te worden. Dat betekent onder andere: regelmatig wetten. Het verschil tussen slijpen en wetten is dat u met slijpen de hoek in de beitel maakt. Met wetten maakt u deze hoek vervolgens scherp. Over het algemeen geldt: zo min mogelijk slijpen en zo veel mogelijk wetten. Beitels zijn in de fabriek gewet, maar het is verstandig om dit thuis nog eens te doen. Hier vindt u een uitgebreid artikel over slijpen en wetten. Over de ideale hoek van een beitel zijn pagina’s volgeschreven op internet. In de tweede editie van ons magazine NOEST leest u hierover meer. Meestal is de hoek aan de voorkant 25 graden. Voor zacht en medium hout is dat prima, maar ook hier is het weer een kwestie van proberen. Bij heel hard hout is een hoek van 30 graden vaak goed. Ontstaan er ‘hapjes’ in het hout, kies dan een grotere hoek.
Opbergen
Wie eenmaal één of meerdere beitels heeft aangeschaft, kan er maar beter lief voor zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat u de beitels af en toe moet insmeren met Camelia olie. In onze vingers en handen zitten zuren die een soort roest veroorzaken, zeker bij niet-gelakte beitels. De olie voorkomt dat. Berg de beitels ook netjes op in een kist of foedraal. In een foedraal zitten de handvatten naar beneden, om te voorkomen dat de foedraal stuk gestoken wordt. Bovendien ziet u zo in één oogopslag welke beitel u nodig hebt. Heel warm of juist heel koud wegleggen is ook niet goed. Berg ze het liefst op op kamertemperatuur, in een goed geïsoleerde ruimte.
Over Mascha van der Meer
Mascha van der Meer werkt sinds 2010 bij Baptist in Arnhem. Daarvoor volgde ze een opleiding tot meubelmaker. In haar vrije tijd is ze te vinden in haar eigen werkplaats. Wie advies nodig heeft over steekbeitels (of over de honderden andere gereedschappen, onderdelen en hulpstukken!) kan bij haar terecht. Mascha: “Welke beitel voor u, uw werkzaamheden en uw hout het beste werkt, dat moet u zelf ervaren. Ik ga niet zeggen: u moet twee van deze hebben en drie van die. U kunt er beter één kopen, gebruiken en dan later weer terugkomen.” Streng, maar met een lach: “U mag van mij in ieder geval niet iets kopen dat u niet gebruikt! En behandel uw gereedschap zoals uw partner: wees lief en leen ze niet uit.”
Woordenlijst
- Steekbeitel (bench chisel) – de ‘basisbeitel’. Geschikt voor veel verschillende werkzaamheden en ideaal als eerste kennismaking.
- Hakbeitel (firmer chisel) – Groter en ideaal voor het grovere werk.
- Schietbeitel (mortise/mortice (us/uk) chisel) – Nog dikker dan de hakbeitel. Deze beitel is handig als er veel hout verwijderd moet worden, zoals bij een pen-en-gat-verbinding.
- Hoekbeitel (corner chisel) – Bijvoorbeeld geschikt voor het uittikken van een scharnier.
- Zwaluwstaartbeitel (dovetail chisel) – De naam zegt het al: dé beitel voor het maken van zwaluwstaartverbindingen.
- Diagonaalbeitel of schuinbeitel (skew chisel) - Geschikt voor moeilijke schuine verbindingen en zwaluwstaarten.
- Lange steekbeitel (paring chisel) – Geschikt voor het delicate en fijnere werk. Vaak gebruikt bij verbindingen.
- Stootbeitel (slicks) – Deze beitels zijn lang en breed en heel geschikt voor het uithakken van grotere oppervlakken. Veel gebruikt bij de houtskeletbouw, een trap of molenonderdelen.
- Steekguts (incannel gouge) – Liefdesbaby tussen beitel en guts.
- Korte beitel (butt chisel) – Ligt fijn in de hand en is ook geschikt voor klein werk.
- Geknikte beitel (cranked chisel) – Geschikt voor vlakke en andere oppervlakken waar u met een rechte steekbeitel niet bij komt.
Deze tekst is gepubliceerd in de eerste editie (september 2022) van ons NOEST magazine.