De magie van de wipdraaibank
Het verhaal van Bob begint in het magazine:
Het paradijs ligt in Friesland, ontdekt NOEST bij een bezoek aan vershoutdraaier Bob Krijnen. Samen met zijn vrouw Josha woont en werkt hij in een eigen bos in Noordwolde. Tussen weelderige bomen en bloemen, een moestuin, een werkplaats met smidse en een houten overkapping waaronder zes zelfgemaakte wipdraaibanken staan, dartelt Friese Stabij Doede uitgelaten door het gras. Op deze sprookjesachtige plek draait Bob zijn fraaie schalen en kommen en leert hij het ambacht aan andere enthousiastelingen: van het splijten van de stam tot het afwerken met een lepelmes. Het hout komt uiteraard uit eigen tuin. “Berk en els zijn fantastisch om mee te beginnen.” Het is nog niet zo heel lang geleden dat Bob - in een vorig leven programmeur – zelf het vak leerde. “Toen we hier kwamen wonen, wist ik dat ik niet achter de computer wilde blijven zitten”, vertelt hij. Niet lang daarna krijgt hij van twee verschillende vrienden boeken over het bewerken van vers hout cadeau: Man hout mes en Houtwerk. Het eerste boek spoort hem aan tot het snijden van lepels, maar pas als hij de captain’s chair uit boek twee begint te maken, ontstaat de klik. “Ik was niet meer achter de draaibank weg te slaan; het geluid, de geur, de bevrediging van iets maken met je eigen handen en voeten en het gemak waarmee dat gaat, op deze manier houtdraaien is gewoon magisch!”
Bobs verhaal gaat verder!
Verslavend
Voordat Bob het weet is hij bevangen door het houtdraaivirus. Hij leest nog meer boeken, bestudeert YouTube-filmpjes, volgt cursussen en workshops, gaat naar draaifeesten en ontmoet via Instagram andere vershoutdraaiers van wie hij het een en ander opsteekt. “Het is een kleine community en iedereen is heel genereus in het delen van informatie, elkaar ontvangen en het promoten van elkaars werk.”
Het meeste leert Bob uiteraard door het draaien zelf. “Snijden vind ik ook heel leuk, maar de vonk die ik bij houtdraaien voel, heb ik niet met houtsnijden. Draaien is verslavend. Je moet in een ritme komen. Omdat je je handen en voeten nodig hebt achter de wipdraaibank, kun je nergens anders aan denken. Het is best intensief, maar ik kan er niet mee ophouden. Ik sta elke dag achter de draaibank. Het is eindeloos wat je met houtdraaien kunt doen.”
Urushi
Zweedse doosjes, krimppotten, bekers: niet alleen maakt Bob steeds nieuwe voorwerpen en dus vormen, ook blijken er werelden aan materialen en technieken te bestaan. Zoals urushi, een Japanse lak die volgens een traditionele methode gemaakt en aangebracht wordt. “Het is een oude techniek die ik tegenkwam op het internet en onbekend is in het westen. Ik vond het meteen heel mooi en wilde weten hoe het gemaakt wordt. Ik heb er maanden mee geëxperimenteerd. Het is ontzettend ingewikkeld. Urushi wordt gemaakt van het sap van een boom en geleverd in vloeibare vorm, met levende enzymen. Je kunt het niet aanraken zonder handschoenen, want het is giftig. En je hebt een speciaal kastje nodig om het te laten uitharden. Maar als je de techniek beheerst, is de lak duurzaam en kan het goed tegen warmte en verzuring. Ik drink mijn koffie elke dag uit mijn urushi-kopje. Dit is zo’n aftakking binnen het ambacht waarin je je helemaal kunt verliezen. In Japan kun je er een vijfjarige studie voor doen.”
Van begin tot eind
Naast het maken van eigen werk, dat hij verkoopt op markten en via zijn webwinkel, geeft Bob eens in de twee weken les. Een workshop in de Friese buitenlucht duurt een dag. De cursisten mogen zelf een stuk hout uitkiezen en het stammetje op het hakblok in tweeën splitsen. “Het voegt echt iets toe aan het eindresultaat om het proces van begin tot eind mee te maken. Het splijten van het hout is altijd een mooi moment, want je weet nooit wat je tegenkomt”, vertelt hij. “Het kan een heel gaaf stuk zijn of vol zitten met noesten, dat is een stuk lastiger om mee te werken. Toch is het vaak zo dat degene met het moeilijkste stuk hout met het mooiste eindresultaat naar huis gaat.”
Een blank maken
Na het splijten laat Bob zijn cursisten zien hoe ze met een bijl een blank (ruwe vorm, red.) moeten maken. Daarna is het tijd om te leren draaien. “En tegen de tijd dat we gaan lunchen, wil er niemand meer achter de draaibanken vandaan,” grapt hij. De liefde voor het vak is besmettelijk, zo blijkt. Dat is gemakkelijk te verklaren; de voordelen van de wipdraaibank zijn oneindig, volgens Bob, en hij somt op: “Het kost veel minder energie dan elektrisch draaien. Nou ja, menselijke energie natuurlijk, maar verder bijna niets. Je hebt dus geen stroom nodig en ook geen bescherming en stofafzuiging. En je bent veel meer in contact met het hout: als ik een noest in het hout tegenkom, voel ik die in mijn voet.”
Autoveren en brandweerslangen
Behalve wipdraaibanken en schalen maakt Bob ook gereedschap in zijn eigen smidsvuur, zoals draaihaken. “Die maak ik van oude autoveren. Draaihaken zijn niet te koop in Nederland, dus het is fijn als je ze zelf kunt maken. Smeden is weer een heel ander ambacht met een eigen leercurve. Veel leer ik via YouTube. Het is een kwestie van blijven proberen.” Ook de aandrijfriem van het smidsvuur heeft een eerder leven gehad, namelijk als brandweerslang. De veldsmidse, die met de voet aangedreven wordt om er lucht in te krijgen, heeft Bob via Marktplaats op de kop getikt. “Persoonlijk werk ik liever met handgereedschap dan elektrisch. Gereedschap hoeft niet traditioneel te zijn, maar het heeft wel veel voordelen”, vindt hij. “Ermee werken is heel toegankelijk en handgereedschap is vaak gemakkelijk te repareren. Ik hou van de eenvoud ervan.”
Meer weten over het werk van Bob Krijnen? Bekijk zijn website!
Lees hier het hele verhaal van Thijs Timmermans uit NOEST september 2025.